Aan het eind van het afstudeerproject hou je een afstudeervoordracht, ook wel eindcolloquium genoemd. Daarin geef je een overzicht van het onderwerp en van het verrichte werk. De voordracht moet geschikt zijn voor een gehoor van afgestudeerde informatici zonder meer specifieke voorkennis. De leden van de afstudeercommissie zijn uiteraard aanwezig, maar aangezien de voordracht openbaar is zijn alle belangstellenden welkom. De afstudeervoordracht wordt altijd aan de TUE gehouden. Desgewenst kan je bij een extern afstudeerproject een tweede presentatie houden bij de opdrachtgever.
Zoals het afstudeerverslag een indruk geeft van de bekwaamheid van de student om het werk schriftelijk te presenteren, zo geeft de voordracht een indruk van het vermogen om mondeling de essentie van het geleverde werk uiteen te zetten voor een publiek van niet-ingewijden. Ongeacht de werkelijke samenstelling van het publiek dient de voordracht dit karakter te hebben. De kwaliteit van de presentatie speelt een rol in de eindbeoordeling. De ondervraging na afloop van de afstudeervoordracht biedt de afstudeercommissie de gelegenheid om nog eens inhoudelijk op het afstudeerwerk in te gaan, en om te toetsen hoe grondig je de materie beheerst.
Een afstudeervoordracht wordt geacht zo'n 30 a 45 minuten te duren; daarna is er gelegenheid voor enkele vragen uit het publiek. Vervolgens trekken afstudeercommissie en student zich terug voor een besloten ondervraging.
Tip: het is verstandig om vóór de afstudeervoordracht deze een keer te oefenen voor een paar medestudenten. Tijdens zo'n proefvoordracht kan dan onder andere getoetst worden of de voordracht de juiste opbouw en lengte heeft.